Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide: Wat zal ik u geven? Toen zeide Jakob: Gij zult mij niet [43]met al geven, indien gij mij deze zaak doen zult; [44]ik zal wederom uw kudden weiden, [en] bewaren. 43. Te weten, geen door u gezet loon, maar wat Gods voorzienigheid mij gunnen en toeschikken zal. 44. Ik zal wederkeren, ik zal weiden, enz.